Biohacking onder de loep: hype of innovatie?
Zo verandert technologie de relatie met ons fysieke voorkomen
Goedemorgen,
KRO-NCRV en de NPO haalden recent het tv-programma The Biohack Project van de buis. Het tv-programma kreeg veel kritiek, omdat er weinig wetenschappelijke onderbouwing zou zijn voor de experimenteren in het programma.
Door middel van biohacking zou je in staat moeten zijn om je lichaam en geest te slim af te kunnen zijn. De scheiding tussen het geestelijke en lichamelijke wordt zo wel erg concreet: aan de ene kant staat een (bio)hacker en aan de andere kant hetgeen hij hackt: zijn lijf.
De waarheid is helaas een stuk saaier. We nemen het niet op tegen ons lichaam, we zijn ons lichaam. Dat mondt weer uit in andere saaie oplossingen, zoals voldoende (fysieke) inspanning, rust en gezonde voeding.
Biohacking is niet het enige voorbeeld van hoe technologie beïnvloedt hoe we over ons lijf denken. Hans Schnitzler merkt in Wij nihilisten op dat dominante technologieën al langer als paradigma fungeren voor hoe we de wereld en onszelf interpreteren.
Toen hydraulische waterwerken hun intrede deden, werden menselijke kwalen begrepen als een teveel of te kort aan lichaamssappen. De mens werd als een verfijnd mechaniek beschreven toen er steeds meer klokken in het straatbeeld te vinden waren. Op die manier denken we nu ook over onszelf: als een computer, maar wel eentje die we te slim af kunnen zijn, door het te hacken.
Het is de vraag of we door hebben dat we de wereld – dus ook ons huis van huid en haar – zien door een lens van technologie. Een logische vraag zou zijn: als we ons daarvan bewust zijn, zouden we ons lichaam dan nog steeds zien iets wat geoptimaliseerd, gemeten en gehackt moet worden?
Instagram-gezichten en tepel-censuur
Technologie bepaalt niet alleen hoe we over onszelf denken, het heeft ook steeds meer zichtbare invloed op hoe we er uitzien. Jonas Kooyman beschreef, voordat hij fulltime havermelkelite-connaisseur werd, in NRC Handelsblad hoe jonge vrouwen over de hele wereld hetzelfde gezicht krijgen. De oorzaak? Instagram.
“Instagram leerde een nieuwe generatie jongeren hoe hun gezicht eruit zou zien als ze – pak ’m beet – geen zeven waren, maar een acht.” En daarom lijken steeds meer (jonge) vrouwen op Kim Kardashian – het zogenoemde Instagram-gezicht. Dat ziet er als volgt uit: “Hoge wenkbrauwen, katachtige ogen met lange wimpers, grote, scherpe jukbeenderen, een kleine neus, dikke lippen en een strakke, gladde huid, zonder poriën.”
We moeten het niet alleen hebben over Instagram en gezichten, maar ook over tepels. Ik heb zelf twee tepels en nog nooit een probleem gehad om die op Instagram te posten. Dat komt omdat ik een man ben. Pas dit jaar maakte Instagram bekend dat het niet alleen voor mannen, maar ook voor vrouwen toegestaan zou zijn om foto’s van hun tepels online te plaatsen.
Je zou je kunnen afvragen hoe wenselijk het is dat een Amerikaans bedrijf bepaalt wat wel en niet toegestaan is in onze digitale fotoalbums en je zou je kunnen afvragen hoeveel inspraak we als gebruikers hebben. Als we voor eventjes het democratisch tekort vergeten van dit soort social mediaplatformen, dat ze onze data en aandacht plunderen om miljarden winsten te genereren, dan is er ook ruimte voor een geestige observatie.
Deze zomer schreven talloze media over vrouwen en meisjes die zich zonder BH in het openbaar waagden. “I heard they freed the nip on instagram”, zoals fotomodel Emily Ratajkowski het prima samenvatte, waarna de beleidswijziging van Instagram als een aanmoediging gezien werd in de fysieke realiteit.
Welkom in de technologische cultuur, waarin we ons lijf zien als iets dat gehackt kan worden en onze tepels laten zien als Mark Zuckerberg bepaalt dat dat oké is.
In ander nieuws…
Ik modereer morgen een wel erg eclectisch panel over AI, met kunstenaars en politici. Goed nieuws: er zijn nog tickets.
Technologie is het antwoord - maar wat was de vraag ook alweer? BCG somt op waar Generatieve AI wel en niet handig voor is in een ietwat lang rapport. Ook Google debunkt (of nou ja, nuanceert) de AI hype voor marketeers.
Over AI gesproken: het is toch een kwestie van bias in, bias out. Deze tool moet ervoor zorgen dat we betere data gebruiken om AI mee te trainen.
AI is niets nieuws, betoog ik al langer. The Guardian heeft een prachtig artikel online gezet waarin duidelijk wordt hoe we de hele dag omringd worden door AI. A day in the life of AI.
Meta wordt aangeklaagd omdat het kinderen social-media-verslaafd heeft gemaakt. Wired zette op een rijtje welke 5 trucs Insta toepast om kids Insta-junkies te maken.
Musk is nu een jaar de baas van Twitter (ook nog wel eens X genoemd). Hoe het ermee gaat? In een woord: slecht. Meer woorden: in dit artikel.
Mijlpaal! Ik heb dit jaar al zo’n 10.000 mensen verteld dat het geen kwaad kan om iets bewuster om te gaan met technologie. Omdat ik geloof dat er meer ruimte is voor echte verbinding als we de WiFi soms even uitzetten. Omdat we meer gedaan krijgen op het werk als we onze mail en smartphone wat vaker met rust laten. En omdat het geen kwaad kan wat kritischer te zijn op de impact van AI.
We moeten het hebben over trendwachers. Ze spiegelen eventbezoekers flitsende scenario’s voor, vol vliegende auto, chips in ons lijf of een leven in de Metaverse. Spannend. Eng. Gaaf. Maar trendwatchers verwaarlozen hun verantwoordelijkheid als toekomstmakers. De toekomst is te belangrijk om over te laten aan trendwatchers, betoog ik op Congreswereld.
Een lichtend voorbeeld. Het thema van het Amsterdam Light Festival is: tech en data. Vanaf 30 november mag je zelf bepalen of AI oogverblindend is - of dat (om Ron Simpson te quoten) shine bedriegt.
Cartoon van de week (via Argibald):
Fijne dag,
Aaron
PS: Je kan deze nieuwsbrief doorsturen naar vrienden en/of kennissen, zodat ze niets hoeven te missen. Zou je meer willen weten over productiviteit, digitale etiquette of AI? Hier vind je de lezingen die ik daarover geef.